"De Engelenmaker" is een titel met twee kanten. Aan de ene kant wil Victor Hoppe levens geven. Hij wil een volmaakte mens scheppen, die door steeds gekloond te worden eeuwig blijft leven, zoals een engel. Hij wil dus engelen maken en dit blijkt ook uit de namen die hij zijn eerste drie menselijke klonen geeft: Michaël, Rafaël en Gabriël. Dit zijn drie van de Aartsengelen en zo is Hoppe ook letterlijk een engelenmaker. Aan de andere kant was een Engelenmaker de benaming voor iemand die illegale abortussen uitvoerde bij vrouwen die ongewenst zwanger waren. De foetussen die tijdens een abortus overleden, waren nog onschuldig en gingen dus naar de hemel: ze werden engelen. Michaël, Rafaël en Gabriël overleden toen ze nog erg jong waren, door problemen met de telomeren. Ook zij hadden nog niks kwaads kunnen doen en zouden dus naar de hemel gaan. Zo is Victor Hoppe op meerdere manieren een Engelenmaker. Abortus is ook een terugkerend motief in het boek. Victor Hoppe voerde een gedeeltelijk abortus uit bij de Lesbische vrouw, aangezien bleek dat de ruggengraten van de foetussen aan elkaar waren gegroeid. Ook zuster Marthe is het slachtoffer van een gedwongen abortus.