Victor Hoppe: Hoofdpersoon van het boek. De geboortedatum van Victor Hoppe is 4 juni 1945. Hij heeft opvallende uiterlijke eigenschappen: rood haar, emotieloos gezicht, een baard en een hazenlip. Victor heeft bovendien het syndroom van Asperger. Hierdoor wordt hij verstoten door zijn moeder en groeit hij op in een gesticht. Zijn kijk op de wereld is erg opvallend. Hij heeft een eigenaardige relatie met het Christelijke geloof en vooral met God. Van jongs af aan is Victor erg intelligent. Door zijn autisme kent Victor geen ironie of humor. Alles wat tegen hem gezegd wordt, neemt hij letterlijk op. Hij kent alleen twee uiterste: goed en kwaad. Hij heeft een bijzondere interesse in biologie en wetenschap. Om de strijd met God aan te gaan, specialiseert hij in de embryologie.

Charlotte Maenhout: Een gepensioneerde onderwijzeres die ongetrouwd is en geen kinderen heeft. Ondanks dat heeft ze een groot hart voor kinderen.  Ze is opvallend groot voor een vrouw. Haar relatie met Victor Hoppe is niet erg goed. Ze kan maar niet de slechte relatie tussen hem en zijn kinderen begrijpen. Als dan ook nog blijkt dat hij de kinderen mishandelt, is Charlotte wanhopig opzoek naar genoeg bewijs om de kinderen bij hun vader weg te halen. Haar relatie met de kinderen is in eerste instatie slecht, want de kinderen laten geen emotie zien. Toch verandert dit omdat Charlotte zo lang bij de kinderen is. Ze bouwt langzaam een band met ze op. Haar relatie met de buurtbewoners is niet zo goed. Vrouwen uit het dorp kunnen niet begrijpen dat zij op de kinderen mag passen. Ze gunnen het haar niet.

Michaël, Gabriël en Rafaël: De drie zoons(klonen) van Victor Hoppe. Ze hebben net als hij rood haar en een hazenlip. Ook zij hebben het syndroom van Asperger en laten weinig emotie zien. Ze overlijden in hun vierde levensjaar aangezien hun telomeren te kort waren.

Zuster Marthe: Deze zuster ontfermt zich over Victor in het gesticht in La Chapelle. Ze ontdekt al gauw dat hij helemaal niet debiel is en probeert de andere zusters hiervan te overtuigen. Ze wil graag weg uit het klooster en hoopt te kunnen ontsnappen door zwanger te worden, maar wordt tegen haar zin geaborteerd door de vader van Victor.

Rex Cremer: Stafarts aan de Universiteit van Aken. Hij vraagt Victor daar te komen werken en stimuleert aanvankelijk zijn experimenten. Pas als Victor echt te ver is gegaan, stuurt Rex hem weg.